Normen: verschil tussen versies
(4 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
<strong>Normen</strong> | <strong>Normen</strong> | ||
− | Vaak worden verantwoordingen voor bijvoorbeeld de mate van duurzaamheid afgelegd aan de hand van NEN en de daaropvolgende NTA normen. | + | Vaak worden verantwoordingen voor bijvoorbeeld de mate van duurzaamheid afgelegd aan de hand van NEN en de daaropvolgende NTA normen (NTA 8800 verdient bijzondere aandacht). |
Er zijn een aantal zeer fundamentele problemen met deze werkwijze. | Er zijn een aantal zeer fundamentele problemen met deze werkwijze. | ||
Regel 8: | Regel 8: | ||
<strong>Voorgetrokken Oplossingen</strong> | <strong>Voorgetrokken Oplossingen</strong> | ||
− | Bepaalde technieken worden vanuit een beleidskeuze als wenselijker gezien dan anderen. Daarom zijn er in normen waardes aan toegekend die niet overeenkomen met de werkelijkheid. De uitkomsten worden echter op basis van die foutieve beleidsaanpassingen wel in [ | + | Bepaalde technieken worden vanuit een beleidskeuze als wenselijker gezien dan anderen. Daarom zijn er in normen waardes aan toegekend die niet overeenkomen met de werkelijkheid. De uitkomsten worden echter op basis van die foutieve beleidsaanpassingen wel in [https://nl.wikipedia.org/wiki/SI-stelsel SI eenheden] aangegeven, een praktijk die op z'n best uitermate misleidend is. |
Verder heeft de praktijk van natuurkundig onjuiste data opnemen in normen om bepaalde keuzes aantrekkelijker te maken en zo beleid te bevorderen dat als er een nieuwe techniek is, dat de resultaten daarvan, die natuurkundig kloppen, moeten concureren met de fictieve waardering die binnen een norm aangehouden wordt. Als voorbeeld wordt bijvoorbeeld biomassa binnen de wereld van de normen als wenselijk gezien (normen lopen gezien de wijzigingsnelheid altijd aanmerkelijk achter het kennisniveau aan), en er wordt een onrealistisch lage uitstoot aan CO2 per kWh aan toegekend. Deze uitstoot komt dan niet overeen met de werkelijkheid, maar als ik een duurzame techniek zou willen toepassen die niet binnen de norm beschreven is, dan wordt die gewaardeerd volgens echte metingen, in overeenstemming met de natuurkundige werkelijkheid. Met die echte wereld metingen wordt het dan bijvoorbeeld vergeleken met biomassa, waar een onrealistische uitstoot aan is toegekend, die dus altijd beter uit de vergelijking komt. Er kan op die manier geen echte toets zijn of een nieuwe techniek daadwerkelijk duurzamer is dan de voorkeurstechnieken die in een norm opgenomen zijn. | Verder heeft de praktijk van natuurkundig onjuiste data opnemen in normen om bepaalde keuzes aantrekkelijker te maken en zo beleid te bevorderen dat als er een nieuwe techniek is, dat de resultaten daarvan, die natuurkundig kloppen, moeten concureren met de fictieve waardering die binnen een norm aangehouden wordt. Als voorbeeld wordt bijvoorbeeld biomassa binnen de wereld van de normen als wenselijk gezien (normen lopen gezien de wijzigingsnelheid altijd aanmerkelijk achter het kennisniveau aan), en er wordt een onrealistisch lage uitstoot aan CO2 per kWh aan toegekend. Deze uitstoot komt dan niet overeen met de werkelijkheid, maar als ik een duurzame techniek zou willen toepassen die niet binnen de norm beschreven is, dan wordt die gewaardeerd volgens echte metingen, in overeenstemming met de natuurkundige werkelijkheid. Met die echte wereld metingen wordt het dan bijvoorbeeld vergeleken met biomassa, waar een onrealistische uitstoot aan is toegekend, die dus altijd beter uit de vergelijking komt. Er kan op die manier geen echte toets zijn of een nieuwe techniek daadwerkelijk duurzamer is dan de voorkeurstechnieken die in een norm opgenomen zijn. | ||
Regel 21: | Regel 21: | ||
<strong>Praktijkvoorbeeld</strong> | <strong>Praktijkvoorbeeld</strong> | ||
− | De "Gecontroleerde Verklaring warmtenet Eneco | + | De "Gecontroleerde Verklaring warmtenet Eneco Stadswarmtenet Den Haag t.b.v. NTA 8800" is een voorbeeld hiervan. Dit document zal in zijn geheel terug te vinden zijn in de raadsstukken van de Gemeente Den Haag (link nog niet kunnen vinden, wordt toegevoegd zodra deze beschikbaar is). |
− | * Dit document stelt dat er een uitstoot is van 0 | + | * Dit document stelt dat er een uitstoot is van 0.17kg CO2/kWh. Zoals de life cycle informatie van de IPCC [https://www.ipcc.ch/site/assets/uploads/2018/02/ipcc_wg3_ar5_annex-ii.pdf#page=26 hier] en [https://www.ipcc.ch/site/assets/uploads/2018/02/ipcc_wg3_ar5_annex-iii.pdf hier] aangeeft, is dat in werkelijkheid onmogelijk. Een systeem wat 69% primaire energie zonder [[CCS]] gebruikt kan niet slechts 0.17kg CO2/kWh uitstoten. Volgens de IPCC is de laagst mogelijke waarde voor biomassa 0,130kg/kWh en voor aardgas 0,410kg/kWh. Aardgas is de gunstigste primaire energievorm. Het getal waar de IPCC op uit zou komen voor 69% primair (aardgas) en 31% biomassa is 0,3232kg/kWh, op basis van de best case voor zowel gas als biomassa. In werkelijkheid is de uitstoot dan in het meest gunstige geval bijna twee keer zo hoog als de 'Gecontroleerde Verklaring' stelt. |
− | + | * Zelfs al wordt er nul uitstoot aan de biomassa toegekend (ook biomassa wordt door de IPCC niet als nul uitstoot beschouwd over de lifecycle, het moet immers gekapt en vervoerd worden, en het verwijderen ervan heeft gevolgen voor de omgeving), is het nog steeds niet mogelijk dat het gemiddelde zo laag uitvalt. | |
− | Zelfs al wordt er nul uitstoot aan de biomassa toegekend (ook biomassa wordt door de IPCC niet als nul uitstoot beschouwd), is het nog steeds niet mogelijk dat het gemiddelde zo laag uitvalt. | + | * Je moet dan concluderen dat dit getal misschien wel uit de berekening zoals deze aangehouden wordt in de norm komt, maar geen verband houdt met de werkelijkheid. Het resultaat uitdrukken in SI eenheden is misleidend, omdat het feitelijk onjuist is. Dit is niet de werkelijke uitstoot. |
− | * Je moet dan concluderen dat dit getal misschien wel uit de berekening zoals deze aangehouden wordt in de norm komt, maar geen verband houdt met de werkelijkheid. Het resultaat uitdrukken in SI eenheden is | ||
Er zijn talloze voorbeelden te vinden waar overeenstemming met een norm tot resultaten leidt die niet in overeenstemming zijn met de werkelijkheid. Natuurkundig onjuiste informatie in deze normen verwerken is dan ook een bijzonder groot probleem voor de verduurzaming. Als de uiteindelijke resultaten volgens diezelfde normen getoetst worden, kunnen we zelfs niet vaststellen of het in werkelijkheid gelukt is om te verduurzamen. | Er zijn talloze voorbeelden te vinden waar overeenstemming met een norm tot resultaten leidt die niet in overeenstemming zijn met de werkelijkheid. Natuurkundig onjuiste informatie in deze normen verwerken is dan ook een bijzonder groot probleem voor de verduurzaming. Als de uiteindelijke resultaten volgens diezelfde normen getoetst worden, kunnen we zelfs niet vaststellen of het in werkelijkheid gelukt is om te verduurzamen. |
Huidige versie van 29 nov 2021 om 15:04
Normen
Vaak worden verantwoordingen voor bijvoorbeeld de mate van duurzaamheid afgelegd aan de hand van NEN en de daaropvolgende NTA normen (NTA 8800 verdient bijzondere aandacht).
Er zijn een aantal zeer fundamentele problemen met deze werkwijze.
Voorgetrokken Oplossingen
Bepaalde technieken worden vanuit een beleidskeuze als wenselijker gezien dan anderen. Daarom zijn er in normen waardes aan toegekend die niet overeenkomen met de werkelijkheid. De uitkomsten worden echter op basis van die foutieve beleidsaanpassingen wel in SI eenheden aangegeven, een praktijk die op z'n best uitermate misleidend is.
Verder heeft de praktijk van natuurkundig onjuiste data opnemen in normen om bepaalde keuzes aantrekkelijker te maken en zo beleid te bevorderen dat als er een nieuwe techniek is, dat de resultaten daarvan, die natuurkundig kloppen, moeten concureren met de fictieve waardering die binnen een norm aangehouden wordt. Als voorbeeld wordt bijvoorbeeld biomassa binnen de wereld van de normen als wenselijk gezien (normen lopen gezien de wijzigingsnelheid altijd aanmerkelijk achter het kennisniveau aan), en er wordt een onrealistisch lage uitstoot aan CO2 per kWh aan toegekend. Deze uitstoot komt dan niet overeen met de werkelijkheid, maar als ik een duurzame techniek zou willen toepassen die niet binnen de norm beschreven is, dan wordt die gewaardeerd volgens echte metingen, in overeenstemming met de natuurkundige werkelijkheid. Met die echte wereld metingen wordt het dan bijvoorbeeld vergeleken met biomassa, waar een onrealistische uitstoot aan is toegekend, die dus altijd beter uit de vergelijking komt. Er kan op die manier geen echte toets zijn of een nieuwe techniek daadwerkelijk duurzamer is dan de voorkeurstechnieken die in een norm opgenomen zijn.
Dit heeft twee zeer problematische gevolgen:
- Een techniek met een hogere uitstoot kan door officiele instanties verkozen worden boven een met lagere uitstoot, omdat de voorkeursbehandeling een waardering heeft geceeerd die niet in overeenstemming is met de werkelijkheid.
- Nieuwe technieken kunnen geen voet aan de grond krijgen, omdat de eisen voor hun gebaseerd zijn op natuurkunde, en de eisen voor de bestaande voorkeurstechniek op wat een bestuurder, norm opsteller of ambtenaar het beste leek tien a twintig jaar eerder.
Verder is er nog een andere algemeen punt. Een overheid gebruikt ze ter verantwoording, maar ze zijn alleen tegen betaling beschikbaar. Dat is binnen democratie bijzonder onwenselijk. Normen die ingezet worden om keuzes van de overheid te verantwoorden dienen gratis beschikbaar te zijn voor elke burger.
Praktijkvoorbeeld
De "Gecontroleerde Verklaring warmtenet Eneco Stadswarmtenet Den Haag t.b.v. NTA 8800" is een voorbeeld hiervan. Dit document zal in zijn geheel terug te vinden zijn in de raadsstukken van de Gemeente Den Haag (link nog niet kunnen vinden, wordt toegevoegd zodra deze beschikbaar is).
- Dit document stelt dat er een uitstoot is van 0.17kg CO2/kWh. Zoals de life cycle informatie van de IPCC hier en hier aangeeft, is dat in werkelijkheid onmogelijk. Een systeem wat 69% primaire energie zonder CCS gebruikt kan niet slechts 0.17kg CO2/kWh uitstoten. Volgens de IPCC is de laagst mogelijke waarde voor biomassa 0,130kg/kWh en voor aardgas 0,410kg/kWh. Aardgas is de gunstigste primaire energievorm. Het getal waar de IPCC op uit zou komen voor 69% primair (aardgas) en 31% biomassa is 0,3232kg/kWh, op basis van de best case voor zowel gas als biomassa. In werkelijkheid is de uitstoot dan in het meest gunstige geval bijna twee keer zo hoog als de 'Gecontroleerde Verklaring' stelt.
- Zelfs al wordt er nul uitstoot aan de biomassa toegekend (ook biomassa wordt door de IPCC niet als nul uitstoot beschouwd over de lifecycle, het moet immers gekapt en vervoerd worden, en het verwijderen ervan heeft gevolgen voor de omgeving), is het nog steeds niet mogelijk dat het gemiddelde zo laag uitvalt.
- Je moet dan concluderen dat dit getal misschien wel uit de berekening zoals deze aangehouden wordt in de norm komt, maar geen verband houdt met de werkelijkheid. Het resultaat uitdrukken in SI eenheden is misleidend, omdat het feitelijk onjuist is. Dit is niet de werkelijke uitstoot.
Er zijn talloze voorbeelden te vinden waar overeenstemming met een norm tot resultaten leidt die niet in overeenstemming zijn met de werkelijkheid. Natuurkundig onjuiste informatie in deze normen verwerken is dan ook een bijzonder groot probleem voor de verduurzaming. Als de uiteindelijke resultaten volgens diezelfde normen getoetst worden, kunnen we zelfs niet vaststellen of het in werkelijkheid gelukt is om te verduurzamen.