Gemiddelde ACM Huishouden: verschil tussen versies
Regel 14: | Regel 14: | ||
Deze getallen gelden dus <i>uitsluitend</i> voor een landelijk gemiddeld (CBS gegevens) huishouden. Ze kunnen we ingezet worden om een referentiewaarde te berekenen voor een andere gasvraag, als men een daadwerkelijke hoeveelheid kWh (warmte) per inwoner eerst berekent. | Deze getallen gelden dus <i>uitsluitend</i> voor een landelijk gemiddeld (CBS gegevens) huishouden. Ze kunnen we ingezet worden om een referentiewaarde te berekenen voor een andere gasvraag, als men een daadwerkelijke hoeveelheid kWh (warmte) per inwoner eerst berekent. | ||
+ | |||
+ | [[Berekening Kengetallen ACM Huishouden]] |
Huidige versie van 25 mei 2021 om 09:27
Gemiddelde ACM Huishouden
Het gemiddelde ACM huishouden is was de ACM in het tariefbesluit warmteleveranciers 2020/2021 aanhoudt.
Dit sluit grotendeels aan om de gemiddelden zoals door het CBS gerapporteerd.
Een aantal kenmerken:
- Dit huishouden heeft een warmtevraagequivalent van 1500m3 met een HR ketel.
- De ACM gaat ervanuit dat 21% van deze warmtevraag ten behoeve van tapwater is. Dit is geen gedegen manier om tapwatervraag weer te geven. Warmtevraag is grotendeels gerelateerd aan het aantal bewoners, het heeft geen noemenswaardige relatie met de tapwatervraag. Het landelijk gemiddelde voor personen per huishouden ligt rond de 2 (CBS). Dat is ook het gemiddelde in Den Haag. In Den Haag is de gasvraag echter gemiddeld 1000m3, terwijl het landelijk dus 1500m3 is, met vrijwel precies dezelfde hoeveelheid bewoners gemiddeld. Dat geeft al helder aan dat een procentuele weergave van de tapwatervraag niet adequaat is.
- 79% van de warmtevraag is ruimteverwarming
- Rendement van de HR ketel tbv ruimteverwarming wordt vastgesteld op 94% gemiddeld.
- Rendement van de HR ketel tbv tapwater wordt vastgesteld op 68% gemiddeld.
- Gecombineerd rendement voor tapwater en ruimteverwarming wordt vastgesteld op 79%.
Deze getallen gelden dus uitsluitend voor een landelijk gemiddeld (CBS gegevens) huishouden. Ze kunnen we ingezet worden om een referentiewaarde te berekenen voor een andere gasvraag, als men een daadwerkelijke hoeveelheid kWh (warmte) per inwoner eerst berekent.