Fiscale Problematiek Warmtenetten

Uit Energie Kennisopslag
Versie door Solon (overleg | bijdragen) op 29 nov 2021 om 15:01
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken

Fiscale Problematiek Warmtenetten

Er wordt geen belasting geheven over warmte. Dit heeft een aantal gevolgen.

  1. De warmteleverancier is grootverbruiker, en betaalt dus over het algemeen het laagste tarief voor de energiebelasting.
  2. De particulier is kleinverbruiker, en betaalt dus over het algemeen het hoogste tarief voor de energiebelasting.

Dit heeft tot gevolg dat bij overstap van HR ketels naar Warmtenetten er een substantieel bedrag verhuist van de staatskas naar de kas van de Warmteleverancier.

Dit ~560,- euro per jaar voor het Gemiddelde ACM Huishouden. Over de 40 jarige Levensduur van een warmtenet, is het een indirecte subsidie op de warmtenetaansluiting van ongeveer 27,000 euro per aansluiting.

We moeten ook beseffen dat voor bestaande warmtenetten, en maatschappelijke kosten in werkelijkheid veel hoger liggen dan voor de bestaande CV ketels. Voort het gemiddelde 1500m3 equivalent huishouden, is een jaarlijkse rekening van ongeveer 1500,- anno 2021 een redelijke maatstaf. Voor een warmtenet ligt dat marginaal hoger. Het belastingbedrag is voor de HR ketel echter ~560,- hoger dan voor het warmtenet. Totale maatschappelijke kosten voor de bestaande CV aansluiting is dus ongeveer ~1000,- en voor het warmtenet ~1550,-. Bestaande warmtenetten zijn ~55% duurder dan eem HR ketel oplossing.

We nemen aan dat deze veel hogere belastingvrije energieprijs die in werkelijkheid wordt betaald door de eindafnemer enig verband houdt met de kosten van het geheel. De ACM is verantwoordelijk voor het toetsen van de winsten van de warmteleveranciers. Logischerwijs volgt hier uit, dat als dezelfde belastingdruk werd gelegd op warmtenetten, deze ~560 euro per jaar per gemiddelde aansluiting duurder zouden worden. De andere optie is dat dit uit door de warmteleverancier geinde prijs van de energie gehaald moet worden, en dat de warmteleveranciers het dus moeten betalen. Deze prijs is echter nauwelijks hoger dan de groothandelsprijs voor gas op de energiemarkt. Het is niet aannemelijk dat hier voldoende marge in zit om deze kosten te dekken.

Als we aannemen dat de marges normaal zijn (ACM controleert), dan moeten we concluderen dat er geen business case mogelijk zou zijn voor de warmteleverancier als de belastingdruk genormaliseerd werd. We moeten hierbij in ogenschouw nemen dat juist woningbouwcorporaties en kleinere woningen ni steden aangesloten zijn op warmtenetten. Ook de uitbreidingsplannen richten zich voor een substantieel deel op dit soort gebieden. Deze wijken zijn tegelijk diegene waar de hoogste kans bestaat op het aantreffen van lage inkomens. Een hogere warmteprijs heeft dus juist in de (voorgenomen) warmtewijken de grootste kans om Energiearmoede te verergeren.

Onder de huidige Warmtewet is het niet mogelijk om de kosten te verleggen naar de eindgebruiker vanwege het principe Niet duurder dan gas - onder de huidige warmtenet mag de prijs niet hoger zijn dan van dezelfde warmte geleverd via HR Ketels.

Dit is een substantieel maatschappelijk risico dat zover ik kan vaststellen niet aangekaart is.