Wat voor een alternatieven zijn er voor de inzet van die restwarmte?

Uit Energie Kennisopslag
Ga naar: navigatie, zoeken

Wat voor een alternatieven zijn er voor de inzet van restwarmte?

Het overwegen van restwarmte om in te zetten voor de warmtevraag van de bebouwde omgeving komt in eerste instantie voort uit het probleem van de oppervlaktewater temperatuur in de Rijnmond, zoals de lezen valt in het rapport "Verkenning Warmtelozingen en Duurzaam Hergebruik Restwarmte" van CE Delft.

Hierin is een vraag van het ministerie van Rijkswaterstaat beantwoord, of het mogelijk is om de randstad te verwarmen met restwarmte. CE Delft heeft helaas nagelaten om de vraag zelf te beoordelen, namelijk door te vragen of er niet betere opties waren. Die opties zijn er wel degelijk.


Voorbeeld 1

Ter illustratie kiezen we een bijzonder inefficiente manier om electriciteit te maken, de Stirlingmotor. Bij het beschikbare temperatuurverschil is een rendement van 18%. Dat is heel weinig, maar om een leuk voorbeeld te nemen:

  1. Volgens de VNPI is de beschikbare petrochemische restwarmte rond de 550MW
  2. Warmtenetten halen historisch een rendement van 65% (Warmtemonitor) hiervan komt dus ~358MW aan bij de huishoudens.
  3. Om 358MW aan warmte te maken zijn 71,500 warmtepompen van 5kW (thermisch) nodig.
  4. Om die warmtepompen aan te drijven is een electrisch vermogen van 85MW nodig bij COP 4.2 (goed haalbaar COP voor deze technologie)
  5. 85MW/550MW = ~15,5% dat is lager dan het te verwachten Stirling rendement, je houdt dus nog wat elektriciteit over voor andere dingen.

Op deze wijze zou er evenveel warmte geleverd worden aan huishoudens als door een warmtenet te bouwen. De bespaarde kosten kunnen dan misschien wel ingezet om die 71500 woningen te isoleren (waardoor het benodigde vermogen nog verder afneemt, want deze berekening is gemaakt op basis van gelijkblijvende warmtevraag)


Voorbeeld 2