Restwarmte

Uit Energie Kennisopslag
Ga naar: navigatie, zoeken

Restwarmte

De definitie van Restwarmte is al enige discussie waard. Het wordt vaak gebruikt om alle warmte die bij een proces beschikbaar komt.

Dit doet echter onvoldoende recht aan het beoordelen van de Warmtekwaliteit. Warmte van een hoog genoeg verschil heeft t.o.v. het gebruiksdoel, een hoog genoege Delta-T, wordt niet adequaat beschreven door het als 'restwarmte' te karakteriseren. Hoge kwaliteit warmte (met een hoge temperatuur), heeft veel verschillende opties om het in te zetten. Naar mate de temperatuur lager is, nemen deze opties af.

De Havenwarmte uit Rotterdam heeft bijvoorbeeld een temperatuur van 110C (zie warmtebedrijf Rotterdam en warmtelinq websites). Een dermate hoge temperatuur kan echter op andere manieren ingezet worden.

Ook moet het doel van de inzet goed overwogen worden. Een van de originele overwegingen voor het inzetten van havenwarmte was omdat de oppervlaktewatertemperatuur van de Rijnmond in de zomer te hoog dreigde te worden. Om dit probleem in kaart te brengen heeft het Ministerie een Studie naar de haalbaarheid van de inzet van Havenwarmte ten behoeve van warmtevoorziening in de randstad laten opstellen door CE Delft, waar de vraag is gesteld of die warmte inzetbaar was als warmtebron. Dit is een hele andere overweging dan Uitstootvermindering.


Gevolgen van het aanleggen van systemen met lange levensduren op de strategie van de Restwarmte leverancier

Bij de overweging om over te gaan tot het afnemen van restwarmte, waarbij er een sterk verwantschap optreedt tussen die afname en het systeem wat aangelegd wordt om die Restwarmte te transporteren, moet men in ogenschouw nemen wat voor een gevolgen dit heeft voor de bedrijfstrategie en machtspositie van die restwarmte leverancier. Daarbij treden een aantal vragen op:

  1. Wat voor een indicaties zijn er dat de overheid in staat zal zijn om uitstootverminderende maatregelen op te leggen aan restwarmte leveranciers die de warmtevraag van de Randstad bedienen?
  2. Wat voor een alternatieven zijn er voor de inzet van die restwarmte?
  3. Wat voor een maatregelen worden uitgesloten door de concurrentie van restwarmte?
  4. Wat voor een systeemefficienties worden uitgesloten door de de aanleg van een transportsysteem met een lange levensduur die ingericht is op restwarmte afname?
  5. Wat voor een invloed heeft de verwachting van aansluiting op een warmtenet gebaseerd op restwarmte op de capaciteit van lokale initiatieven om duurzame oplossingen te ontwikkellen?