Lock-In

Uit Energie Kennisopslag
Ga naar: navigatie, zoeken

Lock-In

Lock In is het fenomeen dat inrichtingskeuzes een negatief effeckt hebben op de economische, maatschappelijke en politieke toepasbaarheid van andere oplossingen.


Voorbeeld: Restwarmte Lock-In

Een voorbeel van het Lock In probleem kan gedemonstreerd worden door een keuze voor inrichting op het gebruik van Rotterdamse havenwarmte. Een aantal potentiele problemen van een keuze voor restwarmte.

  1. In het huidige voornemen is de keuze voor restwarmte gekoppeld aan de grootschalige inzet van Warmtenetten en de aanleg van de Warmtelinq. Dit zijn systemen met een levensduur van minimaal 40 jaar, en deze systemen moeten gefinancieerd worden. Een keuze voor deze systemen betekent dus ook het vastzetten van financiele middellen gedurende de levensduur van die systemen. Het beperkt op die manier decennia lang de mogelijkheid om substantiele andere keuzes te maken.
  2. Als er contractueel wordt vastgelegd dat Restwarmte leveranciers over de levensduur van de beoogde Warmtetransportsystemen warmte leveren op basis van warmte uit fossiele processen, wat voor een machtsmiddellen heeft de maatschappij dan nog in handen om uitstoot van die processen terug te dringen? Is het waarschijnlijk dat de overheid in staat is om Uitstootvermindering af te dwingen als de randstedelijke warmtevoorziening afhankelijk is van de restwarmte van die leveranciers? Historisch lukt het bedrijven zeer ondoorzichtig te zijn over hun bedrijfsprocessen. Hoe hoog is dan het risico dat de overheid het voor waar moet aannemen dat een Uitstootvermindering altijd een vermindering van de beschikbaarheid van Restwarmte betekent?
  3. Omdat er binnen de beoogde toepassing van Havenwarmte uitgegaan wordt van Warmtenetten als Energietransportsysteem, betekent dit ook dat er veel aansluitingen gerealiseerd moeten worden. Het is aantoonbaar dat een warmtenetaansluiting de motivatie om te isoleren beperkt, dit is een inherent gevolg van een kostenmodel met een hoog Vastrecht. Een hoog vastrecht betekent dat als de afgenomen hoeveelheid energie afneemt, de prijs per energieeenheid stijgt. Elke isolatiestap die ondernomen wordt, wordt dus progressief minder interessant. Dit is uiteraard ook waar bij een lager vastrecht, maar het punt waarop verder isoleren geen zin meer heeft, wordt veel eerder bereikt bij een hoog vastrecht dan bij een laag vastrecht. Zoals de statistieken van Eurostat demonstreren, is dit ook het geval in Denemarken waar de prijs van warmte via warmtenetten aanmerkelijk lager is dan in Nederland. Verder zijn er in Nederland al talloze casussen bekend waar woningbouwvereniginen en VVE's al gekozen hebben om niet te isoleren of geen Zonnepanelen te plaatsen omdat er warmtenet aansluitingen aangekondigd zijn.
  4. Het voornemen om grootschalig over te gaan op Warmtenetten als dan niet gevoed door Restwarmte betekent dat overheden, in het bijzonder gemeentes niet meewerken aan de plannen van Lokale energieinitiatieven. Dit is een probleem omdat deze initiatieven vrijwel altijd aantoonbaar een grotere impact hebben op Uitstootvermindering dan te verwachten valt door de aanleg van Warmtenetten. Dit fenomeen is ook al ruim gedocumenteerd.

Praktijkvoorbeelden van Lock-In in actie


Lock In Vermijden

Lock In is niet altijd te vermijden. Het is als mechanisme enigszins te vergelijken met de Wet van de Remmende Voorsprong. Waar Lock-In anders is in de Energietransitie zit in het gebrek aan voorsprong van de beoogde maatregelen. Zowel op het gebied van uitstoot als economie valt er geen voorsprong te verwachten van de beoogde oplossing.

In het algemeen zijn er wel een paar basisprincipes aan te wijzen die kunnen bijdragen aan het verminderen van Lock-In.

  1. Begin met No Regret Maatregelen. Dit zijn zaken die economisch weinig impact hebben, of levensduren hebben die niet te lang zijn. Als we kijken naar de maatregelen die het meeste effekt hebben met de minste investering, staat zoiets als Warmtepomp Boilers bovenaan de lijst. Hybride Warmtepompen zijn ook maatregelen die met een beperkte investering en minder lange levensduur snel een groot effekt hebben op uitstoot.
  2. Zorg dat er organische groei is van maatregelen. Grote centrale plannen kunnen niet anders dan de een afwachtende houding te veroorzaken. Als het onzeker is of iemand (gedwongen?) moet aansluiten op een warmtenet, zal deze persoon over het algemeen geen andere maatregelen nemen zolang hier geen duidelijkheid over is.
  3. Maak gewenste maatregelen met een aantoonbaar uitstootresultaat aantrekkelijk. Door te toetsen om reeele uitstoot ontstaat er een situatie waarbij innovatie beloond wordt.
  4. Breng ketenafhankelijkheid in kaart. De huidige beoogde oplossing kent een zeer grote ketenafhankelijkheid. De keuze voor Restwarmte wordt verbonden aan een keuze voor Warmtenetten waarbij een voorziening als de Warmtelinq als inherent onderdeel wordt beschouwd. De business case van de Warmtenetten creert verder een afhankelijkheid van een laag energiebelastingtarief (warmtenetten kunnen niet rendabel zonder lage energiebelastingtarieven). Deze afhankelijkheid betekent weer dat efficientieverhogende maatregelen zoals brede toepassing van Warmtepompen kostenverhogend werken. Dit creeert een stelsel van onderlinge afhankelijkheden waarbij elk onderdeel moet blijven zoals het anno 2021 is om het geheel financieel rendabel te maken en deze lock in betekent ook dat er geen economische motivatie bestaat om uitstoot te verminderen.